Skip to main content

Een verklarende woordenlijst over alles wat met diarree te maken heeft

Abdominaal

Met betrekking tot het abdomen. Ook bekend als de buik, met name het gedeelte van het lichaam tussen de borstkas en het bekken. Het abdomen bevat organen zoals de maag, de dunne darm, de dikke darm, het rectum en de blaas.

Acute diarree

Acute diarree is een plotse aanval van diarree die minder dan twee weken duurt.

Allergie

Een reactie op vreemde substanties door het immuunsysteem van het lichaam. Substanties die een allergie uitlokken, worden allergenen genoemd, bijvoorbeeld pollen, stofmijten en bepaalde voedingsmiddelen.

Antibiotica

Geneesmiddelen die worden gebruikt voor de behandeling van infecties veroorzaakt door schadelijke bacteriën en andere micro-organismen.

Antispasmodisch middel

Een geneesmiddel dat spierkrampen vermindert of voorkomt.

Bacteriën

Ook microben genoemd; deze eencellige micro-organismen worden vaak in verband gebracht met infecties, maar sommige zijn onschadelijk en/of gunstig voor de mens.

Centraal zenuwstelsel

Het centraal zenuwstelsel (CZS) is het gedeelte van het zenuwstelsel dat bestaat uit de hersenen en de ruggengraat.

Chronische diarree

Men spreekt van chronische diarree wanneer de symptomen langer dan vier weken aanhouden.

Constipatie

Niet frequente, en vaak onvolledige, darmbewegingen; het tegenovergestelde van diarree.

Darmen

Deel van het spijsverteringsstelsel, bestaande uit de dunne en de dikke darm, die in het abdomen liggen.

Dehydratatie

Wanneer het lichaam overmatig veel water verliest. Langdurig braken of diarree kunnen leiden tot dehydratatie, evenals blootstelling aan hitte, langdurige zware fysieke inspanningen, en een aantal geneesmiddelen.

Diarree

Abnormaal losse of vloeibare stoelgang die meer dan drie keer per dag voorkomt, en/of stoelgang met een volume van meer dan 200g per dag.

Flatulentie of winderigheid

Overmatige gasvorming in de darmen. 14 keer gas uitdrijven in een periode van 24 uur wordt als ‘normaal’ beschouwd.

Gastro-enteritis

Een ontsteking van de maag en de darmen, die misselijkheid, braken en/of diarree kan veroorzaken. Virussen, voedselvergiftiging en stress kunnen allemaal gastro-enteritis veroorzaken.

Immuunsysteem

Het natuurlijke verdedigingssysteem van ons lichaam. Het herkent vreemde substanties en beschermt ons tegen infecties.

Laxeermiddelen

Chemische stoffen of geneesmiddelen die de darmen soepeler maken om constipatie tegen te gaan; kunnen diarree veroorzaken bij overmatig gebruik.

Loperamide

Een geneesmiddel dat wordt gebruikt bij de behandeling van diarree door de contractie van de spieren in de darm te vertragen.

Menstruatie

Periodieke bloeding uit de baarmoeder, die ongeveer om de 4 weken optreedt, en aldus voor de menstruele cyclus zorgt.

Misselijkheid

Dit is een aandrang om te braken, die kan worden veroorzaakt door veel dingen, zoals ziekte, geneesmiddelen en onevenwicht in het binnenoor.

Norovirus

Er zijn eigenlijk veel soorten norovirussen; samen maken ze deel uit van een groep virussen die de meest voorkomende oorzaak van gastro-enteritis zijn. Hoewel ze mensen het hele jaar door kunnen besmetten, wordt ze vaak 'winter vomiting disease' genoemd omdat ze het meest voorkomt in de winter.

Nutriënten of voedingsstoffen

Substanties uit het voedsel die het lichaam nodig heeft voor energie, groei en herstel, zoals vitamines, mineralen, koolhydraten, vetten en eiwitten.

Opgeblazen gevoel

Een opgeblazen gevoel wordt vaak in verband gebracht met het abdomen, wanneer darmgassen zorgen voor een vol en gespannen gevoel van het abdomen.

Peristaltische beweging

De beweging van de spieren in onze darmen die samentrekken en ontspannen in ritmische golven, waardoor de inhoud van de darm wordt voortgeduwd. Bij deze beweging wordt voedsel ook gemengd met maagzuren, waardoor het een dunne vloeistof wordt.

Rehydratatie

Het proces van het verloren water opnieuw in het lichaam te brengen, ofwel door vloeistoffen te drinken, ofwel intraveneus (rechtstreeks in de aderen).

Sigmoïdoscopie

Een onderzoek van het rectum en de karteldarm, aan de hand van een dunne, verlichte buis, een sigmoïdoscoop, waarmee weefsel of cellen kunnen worden verzameld voor verder onderzoek.

Simeticon

Een geneesmiddel dat helpt gassen op te lossen die voor winderigheid zorgen.

Slijm

Een dikke, glibberige vloeistof die wordt geproduceerd door membranen rond bepaalde organen, zoals de neus, de mond, de keel en de vagina.

Stoelgang

De vaste afvalmaterie die door het rectum gaat in de vorm van darmbewegingen. Stoelgang bestaat uit onverteerd voedsel, bacteriën, slijm en dode cellen.

Symptoom

Een fysiek of mentaal teken dat iemand een aandoening of ziekte heeft. Diarree, hoofdpijn, koorts, vermoeidheid, misselijkheid, pijn en depressie zijn veel voorkomende symptomen.

;